Specialisten in Spaargeld B.V.'s
BOX 2 FOREVER
Vorige week werd de wet Werkelijk rendement box 3 aangekondigd die in 2028 in werking moet treden. Wie zijn geld in de BV heeft verdiend is straks veel beter af met beleggen in de BV in vergelijking met box 3. Ik leg het je uit.
Het tarief van 36% in box 3 is nu al veel hoger dan de tarieven van 19% en 25,8% in de vennootschapsbelasting. De grote stap in 2028 is dat het box 3 tarief gaat gelden over het werkelijke rendement, net als in de vennootschapsbelasting. De fictieve rendementen verdwijnen. Die maakten box 3 bij hoge rendementen nog wel aantrekkelijker.
Het gros van de DGA’s die het geld in de BV heeft verdiend zal met het beleggingsrendement onder de € 200.000 winst blijven. Dan betaal je slechts 19% vennootschapsbelasting over de (beleggings-) winst. Kom je boven die grens? Dan betaal je alleen over het meerdere 25,8% belasting. Wat je situatie ook is, beide VPB-tarieven zijn flink lager dan het box 3 tarief van 36%.
Ik reken het je voor. Stel, je hebt na de verkoop van jouw bedrijf een miljoen te beleggen in jouw BV. We gaan uit van 6% bruto rendement. Dat levert in de BV een netto rendement op van 4,86% als je 19% belasting betaalt. Na 20 jaar zijn de beleggingen in de BV aangegroeid naar € 2.583.000. Na aftrek van de box 2 claim (31%) is dat netto privé een bedrag van € 1.782.000.
Het alternatief is om in box 3 te gaan beleggen. Dan start je na 31% box 2 heffing met netto € 690.000. Van 6% bruto rendement resteert na 36% belasting netto nog 3,84%. De eindwaarde na 20 jaar is dan € 1.466.000. Het veel lagere VPB tarief leidt tot ruim 21% extra netto privé eindkapitaal. Hoe hoger het bruto rendement hoe groter het verschil in eindkapitaal.
Uitgangspunt is dan wel dat de tarieven gelijk blijven in box 2. Die zijn nu 24,5% over de eerste €67.804 aan dividend per fiscale partner en 31% over het meerdere. Dat opstapje in het tarief heb ik voor de eenvoud in de beide voorbeelden weggelaten. Het verhaal wordt er niet anders door.
De concrete gevolgen vanaf 2028 zijn goed te voorspellen. Heb je periodiek geld uit de BV nodig om van te leven? Dan zul je een eind komen met een jaarlijks dividend tegen het lage tarief. Heb je naast de BV nog belast box 3 vermogen? Dan eet je dat eerst op voordat je de dividendkraan van de BV opendraait. Het gevolg van dit alles: opgebouwd vermogen in de BV zal voor de heel lange termijn in de BV blijven renderen. De belastingdruk is daar iets meer dan de helft van box 3.
Ik weet niet zeker of de bedenkers van dit nieuwe box 3 stelsel rekening hebben gehouden met deze effecten. De oplossing is eenvoudig: maak het tarief over box 3 inkomen (ongeveer) gelijk aan het tarief van de vennootschapsbelasting, uitgaande van de twee schijven. Het levert de schatkist minder op in box 3 maar een stuk meer in box 2.
Bron Kape Breukelaar Fiscalert